Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Te dierzelver tijd hoorde [1]Herodes, de [2]viervorst, het gerucht van Jezus; 1. Deze was een zoon van Herodes den Grote, en was toegenaamd Antipas. 2. Grieks, Tetrarches; dat is een vorst over een vierde deel van een rijk. Want na den dood van Herodes den Grote is zijn rijk door de kerizer Augustus verdeeld onder zijn zonen; waarvan bijna de helft, namelijk Judea, Samaria en Idumea, had Archelaus de oudste zoon; een vierde part, namelijk Galilea en het land over de Jordaan deze Herodes; en het laatste vierde part, namelijk Iturea en Trachonitis had Filippus de jongste zoon. Zie hfdst.2 vs.22; Luk.3:1,19, en bij Josef. Antiq. lib.17, cap.13. Deze tetrarchen worden ook koningen genaamd, omdat zij als koningen regeerden. Zie hier vs.9; Mark.6:14; Hand.25:24.